Groeten

- Ciao (informeel) = Hallo

- Salve = Hallo

- Buongiorno = Goede morgen

- Buonasera = Goede avond

- Buonanotte = Goede nacht

- Arrivederci = Tot ziens

Basiswoorden

- Prego/per favore = Alstublieft

- Scusa = Sorry

- Oggi = Vandaag

- Domani = Morgen

- L’entrata = Ingang

- L’uscita = Uitgang

- Aperto = Open

- Chiuso = Gesloten

- Sinistra = Links

- Destra = Rechts

Plekken

- Centro = Centrum

- Chiesa = Kerk

- Cinema = Bioscoop

- Spiaggia = Strand

- Mare = Zee

- Ufficio postale = Postkantoor

- Supermercato = Supermarkt

Kun je iemand niet verstaan?

- Non ho capito = Ik heb het niet begrepen

- Potrebbe ripetere, per favore? = Kun je dat alsjeblieft herhalen?

- Non parlo Italiano = Ik spreek geen Italiaanse

- Non parlo Italiana molto bene = Ik spreek niet goed Italiaanse

- Parla Inglese? = Spreek je Engels?


 

Ben je de weg kwijt?

- Dov’é il museo? = Waar is het museum?

- Dov’é la metropolitana? = Waar is de metro?

- Dov’é il bagno? = Waar is de wc?

In het hotel

- Ho una prenotazione a nome di…. = Ik heb gereserveerd op de naam van ….

- A che ora é la colazione? = Hoe laat begint het ontbijt?

- Qual é la password per il Wi-Fi? = Wat is het wifi-wachtwoord?

In het restaurant

- Mi scusi! = (om de serveerster te roepen) Sorry!

- Siamo pronti per ordinare = We zijn klaar om te bestellen

- Qual é la specialitá locale? = Wat is de lokale specialiteit?

- Vorrei ….= Ik wil graag….

- Il conto per favore = De rekening alsjeblieft

In de winkel

- Quanto costa? = Hoeveel kost het/hoe duur is het? (ken je misschien ook vanuit het Spaans)

- Posso pagare con carte (di credito) = Kan ik met de (credit) kaart betalen?

- A che ora aprite/chiudete? = Hoelaat gaan jullie open/dicht?

Seizoenen

- Inverno = Winter

- Primavera = Lente

- Estate = Zomer

- Autunno = Herfst

Dagen van de week

- Lunedi = Maandag

- Martedi = Dinsdag

- Mercoledi = Woensdag

- Giovedi = Donderdag

- Venerdi = Vrijdag

- Sabato = Zaterdag

- Domenica = Zondag

handige korte zinnen

- Che ora é? = Hoe laat is het?

- Come stai? = Hoe gaat het?

- Sto bene/male = Goed/slecht

- Sono Olandese = Ik ben Nederlands

- Mi chiamo … = Ik heet/mijn naam is …

- Piacere di conoscerti = Aangenaam kennis te maken

Goed voorbereid op vakantie

Met deze zinnen ben je goed voorbereid om je weg te vinden en te communiceren tijdens je reis naar Italië. Buon Viaggio! (goede reis!).

Bekijk per categorie
Meest bekeken